woensdag 27 juli 2011

Hoe verloopt de operatie en wat zijn de risico's?

De operatie vindt plaats onder algehele narcose en duurt 3 tot 5 uur. De opname in het ziekenhuis is meestal een dagopname. (Afhankelijk van tijdstip operatie en hoe het gaat)

Allereerst wordt het haar gedeeltelijk weggeschoren. Er wordt een s-vormige snede achter/boven het oor gemaakt om het implantaat te kunnen plaatsen.

Tijdens de operatie wordt vervolgens de huid achter het oor opgelicht en een opening in het bot geboord die de oorchirurg via het middenoor toegang moet geven tot het slakkenhuis. In de wand van het slakkenhuis maakt de oorchirurg vervolgens een klein gaatje (diameter ca. 1,5 mm), waardoor de elektrode voorzichtig naar binnen kan worden geschoven. Tenslotte wordt de ontvanger van het CI (Implantaat) geplaatst in een tijdens de operatie uitgefreesde groeve in het schedelbot achter het oor.

Tijdens en na het plaatsen van het implantaat worden metingen verricht om te zien of er reacties zijn op activatie van de elektroden. Er wordt gekeken of een spiertje in het middenoor samentrekt en of er een reactie is van het gehoorzenuw. Wanneer er reacties worden gemeten, is het zeker dat het implantaat goed functioneert. Indien er geen reactie is, betekend dat echter niet dat het implantaat niet werkt. Het kan zijn dat het spiertje in het middenoor niet samentrekt door de spierverslappende middelen van de narcose. Hoe goed ik met een CI in het dagelijks leven kan horen kan tijdens de operatie niet worden gemeten.

Na het dichthechten van de huid kan het inwendige deel van het CI (de ontvanger en de elektroden) niet meer verschuiven. Bovendien zal tijdens de eerste maanden na de operatie rondom dit deel van het implantaat littekenweefsel ontstaan dat het implantaat nog steviger op zijn plaats houdt.


Risico's
Bij cochleaire implantatie wordt over het algemeen gebruik gemaakt van technieken die ook bij andere ooroperaties worden toegepast. Cochleaire implantaties worden steeds door een ervaren KNO-arts uitgevoerd. Toch kunnen zich in een enkel geval problemen voordoen. De kans op complicaties is echter klein en de risico’s zijn vergelijkbaar met die van andere ooroperaties.

Naast bloedvaten zitten er in en rondom het oor belangrijke zenuwen. Een van de zenuwen is de aangezichtszenuw, die de spieren van het gezicht aan 1 zijde aanstuurt. Bij beschadiging van die zenuw kan een halfzijdige verlamming van het gezicht optreden. Om de kans op een dergelijke complicatie te verkleinen wordt gedurende de operatie de zenuw met een speciale monitor gecontroleerd, hiervoor wordt gedurende de operatie enkele naaldjes in de huid van het gezicht geplaatst.
Om de kans op een infectie na de operatie te verkleinen, krijg ik tijdens en 1 week na de opertatie antibiotica.

Daarnaast is het mogelijk dat er na cochleaire implantatie een licht verhoogde kans op een hersenvliesontsteking ontstaat. Derhalve worden alle personen die in aanmerking komen voor een CI hiertegen gevaccineerd.
Soms komen, naast algemene risico’s als infecties, wondgenezingsproblemen e.d., ook tijdelijke evenwichtsproblemen en oorsuizen voor. Deze problemen verdwijnen meestal na verloop van tijd vanzelf.
Door het plaatsen van de elektroden in het slakkenhuis kan het aanwezige restgehoor verdwijnen. Deze risico wordt verkleind door het gebruik van medicijnen en de voorzichtige operatietechniek tot minder dan 25%.

Na de operatie kan ik nog geen geluiden waarnemen. Daarvoor moet eerst de uitwendige apparatuur, de spraakprocessor, worden aangesloten. Dit vindt pas 5 tot 7 weken later plaats.

1 opmerking:

  1. hoi cora,
    vind je het goed dat ik plagiaat pleeg? Ik wou nl. ook een stukje zetten van hoe verloopt een operatie en dat staat bij jou heel goed beschreven!! groetjes, elly

    BeantwoordenVerwijderen