vrijdag 27 mei 2011

Wat is een CI?

Een cochleair implantaat

Geluiden zijn in feite luchttrillingen die door onze oorschelp worden opgevangen. Via de gehoorgang wordt de trilling voortgezet door het trommelvlies en de beentjes in het middenoor. Vervolgens wordt het geluid doorgegeven aan het slakkenhuis (binnenoor).
Bij normaal horende mensen worden geluiden in het slakkenhuis, door activiteit van haarcellen, omgezet in kleine electrische stroompjes. Deze electrische stroompjes gaan via de gehoorzenuw naar de hersenen. Daar worden de geluiden herkend en wordt spraak verstaan.
Bij veel dove mensen werkt het slakkenhuis niet goed. Een 'gewoon' hoortoestel maakt geluiden luider. Wanneer het slakkenhuis die geluiden echter niet of nauwelijks omzet in elektrische stroompjes, helpt een gewoon hoortoestel maar weinig. Vaak kan dan gewone spraak niet worden waargenomen.
Met een cochleair implantaat (CI) is het mogelijk geluiden om te zetten in elektrische signalen. Een ander woord voor CI is dan ook elektrische binnenoor prothese. Door met behulp van een geimplanteerde elektrode elektrische signalen naar de gehoorzenuw te sturen kunnen dove en ernstig slechthorende mensen met een slakkenhuis dat niet goed werkt weer geluiden waarnemen. Dit kan alleen als de gehoorzenuw nog goed genoeg is om de elektrische signalen naar de hersenen door te sturen.

Een cochleair implantaat bestaat uit 2 delen. Het inwendige deel (het implantaat zelf) Zie boven. En het uitwendige deel (de spraakprocessor). Zie onder.
Het implantaat is een ontvangertje (met een formaat van omgeneer 2 euro's naast elkaar) waaraan een aantal elektroden verbonden is. Het implantaat moet operatief worden ingebracht waarbij de ontvanger onder de hoofdhuid, op de schedel (achter de oorschelp) geplaatst wordt. Het snoertje met elektroden wordt in het slakkenhuis geplaatst.
De spraakprocessor is een microcomputer verbonden met een microfoon en een zendspoel.

Hieronder zie je waar het implantaat ingebracht wordt en hoe deze verbonden is met de spraakprocessor.


De geluiden worden opgevangen door een microfoontje en naar de spraakprocessor geleid. Daar wordt de belangrijkste spraakinformatie eruit gehaald en vertaald in een elektrische signaal. Dit signaal wordt naar het zendspoeltje geleid. Via de zendspoel wordt dit signaal via radiogolven verzonden naar de ontvanger in het inwendige deel dat onder de huid is geimplanteerd.
Het uitwendige en het inwendige deel van de CI zijn dus draadloos met elkaar verbonden. Een magneetje in zowel de zendspoel als de ontvanger zorgt ervoor dat de zendspoel op de goede plaats op het hoofd blijft zitten.
Het inwendige deel zet de radiogolven om in elektrische signalen die zoveel mogelijk lijken op de stroompjes die uit een goed werkend slakkenhuis komen. Via de elektroden worden de signalen dan weer doorgegeven aan de gehoorzenuw.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten